
10 jaar geleden nam Ter Heide de belangrijke beslissing om de gebouwen aan te passen aan de noden van de intussen veranderde doelgroep. Vroeger gebeurde dat vaak door renovaties, maar voor toekomstige aanpassingswerken werd gekozen om volledig nieuwe gebouwen neer te zetten, om beter in te spelen op de behoeften van de bewoners. In 2014 ging Ter Heide daarom van start met het Masterplan Genk-Zonhoven. Er gebeurden sindsdien heel wat aanpassingen aan het oorspronkelijke plan. In januari 2020 kon ik – samen met heel wat collega’s – het resultaat beleven van jarenlange inspanningen: de verhuis van dagcentrum ’t Ven en woonbuurt Oase naar hun nieuwe stek.
Opzet van het Masterplan
Het oorspronkelijke idee was om enkel een nieuw gebouw te realiseren in campus Genk. Daar stapte Ter Heide al snel vanaf en besloot om de bouwplannen breder te bekijken en door te trekken naar alle gebouwen van campus Genk en Zonhoven. Het merendeel van onze gebouwen dateert dan ook van eind jaren 70/begin jaren 80. Toen dat eenmaal vaststond, werd beslist om het volledige traject op te nemen in een Masterplan. Vanuit zorgstandpunt en naar duurzaamheid toe een goede, maar ook noodzakelijke beslissing.
Aangezien Ter Heide een openbare instelling is, verliep de keuze van de architect via een openbare aanbesteding. In dit geval organiseerde Ter Heide een wedstrijd waar architectenbureaus aan konden deelnemen. Zo’n 4 bureaus schreven zich in. Samen met de Vlaamse Bouwmeester en een volledige jury, waaronder vertegenwoordigers van de Raad van Bestuur en van onze directie, is uiteindelijk gekozen voor Dierendockblanke. Het bureau ontwierp daarop een volledig masterplan met alle verschillende faseringen en het totale opzet.
Nadien kregen zij ook de opdracht om fase 1 verder uit te werken: het ontwerpen van nieuwe gebouwen voor dagcentrum ’t Ven en woonbuurt Oase. Het opzet hier was nieuwe leefgroepen creëren voor minderjarigen in medische groepen, MID-groepen (groepen voor bewoners zonder uitgesproken GES-kenmerken en/of bijkomende medische problematiek), en 1 auti-groep. Vanuit het dagcentrum in Zonhoven verhuisden ook 16 volwassen bewoners mee naar de nieuwe leefgroepen.

Van opdracht naar uitwerking
Een volledige nieuwbouwwoning bouwen, kost tijd. Er gaat ook heel wat voorbereidend werk aan vooraf. Voor je van opdracht naar een aanbestedingsdossier gaat, spreken we al snel over een periode van 1,5 jaar. Je moet allereerst een programma van eisen opstellen, waarvoor je werkgroepen moet oprichten die zorgen voor de vertaling van de zorg naar de technische installaties, de oppervlakte ... Want als je niet in gesprek gaat met de mensen die op de werkvloer staan, krijg je niet de juiste input voor zo’n complex bouwverhaal. We hebben dus zoveel mogelijk getracht om de feedback die we kregen te vertalen in fase 1 van het Masterplan en uiteindelijk is de vertaalslag gelukt. Ook de architect is voor de aanvang van fase 1 in verschillende leefgroepen van Ter Heide komen kijken om bepaalde eisen beter te begrijpen.
Aanbesteding en bouw
Na de ontwerpfase en de lopende bouwaanvraag, was de aanbestedingsprocedure een volgende belangrijke stap in het proces. Door offertevergelijkingen van verschillende geïnteresseerde partners, maakten we uiteindelijk de keuze voor Houben om de uitvoering van de ruwbouw op zich te nemen. Gezien de grootte van het project, was de aanbesteding van fase 1 verdeeld in verschillende loten:
Lot 1: ruwbouw
Lot 2: vernieuwing van de infrastructuur in campus Zonhoven (volledig nieuwe waterleiding, glasvezelnetwerk, stroom, nieuwe hoogspanningsgebieden …)
Lot 3: omgevingswerken
Voor lot 2 werkten we samen met Surkijn. Lot 3 werd toegekend aan J&N. De verschillende aanbestedingen gebeurden onafhankelijk van elkaar op onafhankelijke momenten.
In september 2017 startten we met de werken. Volgens de vooropgezette planning zou alles in februari 2019 afgewerkt zijn. Helaas is die planning door bijkomende werken, weerverletdagen en dergelijke uitgesteld en konden we begin oktober pas opleveren. Daardoor is de verhuis van personeel en bewoners uitgesteld naar januari 2020.
Vaak lijken praktische dingen heel logisch vanuit technisch perspectief, maar alles heeft vanuit de zorg wel bepaalde implicaties
Afstemmen met verschillende partners
Tijdens het hele verloop van fase 1 was het zeer belangrijk om af te stemmen met verschillende partners: zowel medewerkers en directie als de Raad van Bestuur, Gebruikersraad, alle bouwpartners … De Raad van Bestuur van Ter Heide kreeg regelmatig updates rond budgetten, de directie volgde de loop van het project op en koppelde waar nodig terug naar de Gebruikersraad rond de stand van zaken, via een werfvergadering volgde ik de bouwpartners op en konden zij ons de nodige vragen stellen, naarmate de werken vorderden kwamen er ook wekelijkse terugkoppelingen naar de betrokken leefgroepen van Ter Heide, overleg met medewerkers van ondersteunende diensten (bv. ICT, technische dienst) …
Wanneer er op een werfvergadering een vraag werd gesteld over dingen die niet op het plan stonden of er een voorstel kwam om werken op een andere manier uit te voeren, koppelde ik steeds terug naar de betrokken leefgroepencoördinator in Ter Heide. Heel wat praktische dingen, zoals waar een stopcontact geplaatst moet worden of langs welke kant deuren moeten openen, lijken vanuit een technisch perspectief logisch, maar hebben vanuit de zorg wel bepaalde implicaties.
Inspelen of behoeftes van bewoners én personeel
Inspelen op de specifieke behoeftes van bewoners en personeel was voor de realisatie van deze nieuwbouw een grote prioriteit. De bewonersgroep is doorheen de jaren sterk veranderd, waardoor ook het personeel zich steeds moest aanpassen. Waar we hier dan ook heel sterk op ingezet hebben, is ergonomie. In de badkamers, leefruimtes en gangen van medische leefgroepen, kozen we er bijvoorbeeld voor om te werken met plafondliften. Ook de plaatsing van keukentoestellen gebeurde op ergonomische hoogte.
Onze bewoners kunnen in de nieuwbouw genieten van extra beweegruimte dankzij de grotere oppervlakte van de leefgroep, hebben grotere individuele slaapkamers, bewonersdoorgangen met brede deuren waar elk type rolstoel gemakkelijk door kan, slaapkamerdeuren van hoge akoestische waarde en ruimtes met veel natuurlijk licht. Het plafond is gemaakt van akoestische gyproc, waar door perforaties een zeer hoge absorptie van de akoestiek ontstaat en er minder geluidsoverlast ontstaat in de gemeenschappelijke ruimtes. Ook zijn de ingangen van de nieuwe gebouwen naar de straatkant gericht in functie van inclusie.
Hernieuwbare energie
Wat technieken betreft, hebben we sterk ingezet op hernieuwbare energie. We kozen voor regenwaterrecuperatie voor toiletspoelingen en buitenkranen, zonneboilers die ons voorzien van warm water, warmtepompen gecombineerd met vloerverwarming, LED-verlichting, zonwerende dubbele hoogrendementsbeglazing …
Doorheen de aanbesteding bleven de leefgroepen evolueren. Het was een oefening om ons programma van eisen hierop aan te passen én binnen budget te blijven
Belangrijkste uitdagingen
Tijdens de bouw waren timing en budget voor mij de grootste uitdagingen. Vanuit het standpunt van de architect was het effectief vertalen van de zorgnoden naar het gebouw het grote punt. Daar zijn veel aanpassingen voor nodig geweest, ook gezien de evolutie van de doelgroep doorheen de tijd van de volledige aanbesteding. Denk maar aan leefgroep Ven 4. Oorspronkelijk was dit 1 groot, open klaslokaal voor kinderen met autisme. Door de jaren heen, tijdens het ontwerp van fase 1, evolueerde deze leefgroep naar een kernautismeleefgroep. De noden waren dus volledig anders: geen grote, open ruimte meer, maar aparte compartimenten.
De architect maakt steeds een ontwerp op basis van een programma van eisen. Dat programma van eisen wordt geschreven door het bouwteam, het projectteam binnen Ter Heide. Als ons programma van eisen verandert, kan het wel gebeuren dat we aanpassingen moeten doen. Het is ook altijd een oefening om deze te doen binnen het voorziene budget. Want het is niet omdat de doelgroep verandert dat wij automatisch vanuit het VIPA (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, waarvan wij subsidies ontvangen voor ons Masterplan) andere subsidies krijgen.

Verhuizen van Genk naar Zonhoven
Ondanks de uitdagingen en wat uitstel, was het in januari eindelijk tijd voor de verhuis. Daarbij kwam ook heel wat meer kijken dan enkel inpakken en wegwezen. Zo’n halfjaar voor de effectieve verhuisdatum hebben we een verhuisgroep opgestart. 6 maanden lang kwamen we wekelijks of tweewekelijks samen om alle praktische afspraken rond de verhuis op punt te stellen. In deze verhuisgroep zaten een leefgroepencoördinator van elke betrokken woonbuurt, de ICT-verantwoordelijke, verantwoordelijke van de technische dienst, de interne preventieadviseur en ik als coördinator van het project.
Om de taken haalbaar te houden, splitsten we de verhuis op in 8 kleinere deelwerven: veiligheid, ICT, sleutelplan, technische aanpassingen, administratie, meubilair, opleidingen nieuwe technieken vastleggen en de effectieve verhuis zelf. Elk lid van de verhuisgroep was verantwoordelijk voor een van deze deelwerven. Deze groep heeft echt wel zijn meerwaarde bewezen. Omdat er leefgroepencoördinatoren aanwezig waren, konden we tijdens de wekelijkse vergaderingen veel vragen en opmerkingen vanuit de leefgroepen opvangen en beantwoorden. Door onze voorbereiding is ook de verhuis zelf zeer vlot verlopen, op wat schoonheidsfoutjes na.
Het volledige dagcentrum (6 leefgroepen) hebben we op 1 dag kunnen verhuizen, omdat de verhuis ingepland stond op een sluitingsdag. Gezien de hoeveelheid materialen die verplaatst, opgesteld en uitgepakt moest worden, was dit noodzakelijk. Maar zo ondervonden ook de bewoners geen last van de drukte. Een slimme keuze. Zo konden 4 groepen van ’t Ven van Genk naar Zonhoven verhuizen. Het bestaande dagcentrum in Zonhoven verhuisde binnen dezelfde campus en werd opgesplitst in 2 leefgroepen.
In woonbuurt Oase hebben we de verhuis op een lichtjes andere manier aangepakt, omdat hier de kinderen wel aanwezig waren en we ook steeds van Genk naar Zonhoven moesten verplaatsen. Gelukkig zijn er in de Oase veel schoolgaande kinderen die daardoor ook gespaard bleven van de drukte en het lawaai. De andere kinderen werden tijdelijk in een andere leefgroep opgevangen waar een aantal leefgroepmedewerkers zorgden voor leuke activiteiten tot de nieuwe leefgroep helemaal aangekleed was of gingen even terug naar huis met hun ouders. Vanaf 15 uur mochten de bewoners zelf ook verhuizen naar de nieuwe leefgroep in Zonhoven. Alles was daar heel mooi versierd met slingers en ballonnen om hen welkom te heten, net als in het Ven.
De flexibiliteit en het begrip tussen de verschillende diensten waren mooi om te zien. Je merkte echt dat iedereen op zijn eigen manier bezig was met de bewoners
Samenwerking tussen diensten
De samenwerking tussen de verschillende diensten van Ter Heide is over het verloop van fase 1 best goed verlopen. Als dat niet het geval was, hadden we een zeer problematische verhuis meegemaakt. Gelukkig was dat niet het geval. De overlegmomenten en terugkoppelingen hebben echt hun nut bewezen. Veel medewerkers hebben zich tijdens de verhuis ook zeer flexibel opgesteld. Ze hadden er steeds veel begrip voor dat de technische dienst en ICT het druk hadden met de verhuis van een bepaalde leefgroep en dat dat werk prioriteit had. Ook de leefgroepmedewerkers pasten zich snel aan als er kleine herstellingen moesten gebeuren op minder ideale moment door bv. even met een bewoner naar een andere ruimte te gaan.

Die flexibiliteit en het begrip tussen de verschillende diensten vond ik mooi om te zien. Op dat moment merk je dat we allemaal aan dezelfde kar trekken en dat iedereen in eerste instantie bezig is met de bewoners, elk op zijn manier.
Toen ik eind januari naar het nieuwe dagcentrum ging om een paar kleine puntjes op te lossen, kreeg ik plots van de medewerkers van ’t Ven een heel mooie doos met koekjes en een leuk tekstje om mij te bedanken voor mijn werk. Natuurlijk heb ik het bouwproject niet alleen gerealiseerd, want er waren zeer veel collega’s bij betrokken, maar het was wel leuk om die erkenning te krijgen. Fijn om te zien dat zij tevreden zijn en zich goed voelen in hun nieuwe stek.
Vervolg: fase 2
Intussen zijn we ook al een hele tijd bezig met de volgende fase van het Masterplan: de nieuwbouwwoningen voor woonbuurt Eik, Berk en Heuvel. 3 zeer verschillende woonbuurten, maar gezien Berk en Eik ook medische en MID-groepen zijn, net zoals een aantal leefgroepen uit de vorige fase, heeft de architect hier al heel wat kennis rond opgebouwd. Woonbuurt Heuvel is dan weer een nieuw en heel wat complexer verhaal.
Om de noden van deze leefgroepen beter te begrijpen, heeft de architect zelf 2 dagen meegelopen in de GES-groepen van woonbuurt Heuvel. Een eye-opener voor iedereen die vanuit een privé-technische achtergrond komt en zich moet aanpassen aan ons zorglandschap. Hierdoor werd meteen duidelijk waarom bv. bepaalde deurklinken niet in deze groepen gebruikt kunnen worden, waarom stopcontacten op hoogte moeten of waarom een radiator weggewerkt moet zijn. Die info helpt zeker tijdens de ontwerpfase.
We zitten intussen in de voorontwerpfase. Vóór de kerstvakantie van 2019 kregen we een eerste concept van de architect. In een concept staat het overzicht van de verschillende relaties tussen de lokalen onderling, bv. een living met daarlangs een badkamer en daarnaast de slaapkamers in plaats van omgekeerd. In de eerste ontwerpen voor de GES-woningen vonden de medewerkers hun werking niet terug, dus was nog heel wat aanpassingswerk nodig. De architect heeft heel erg haar best gedaan om de plannen te herwerken waar nodig en intussen hebben we plannen voor de GES-, MED- en MID-groepen waar de verschillende afdelingen wel achter staan. Eind januari zijn we dan begonnen dieper in te gaan op de gebouwen, wat betreft technische installaties, akoestisch comfort, technieken …
In de vervolgfasen willen we maximaal inzetten op oppervlakte voor onze bewoners
Woon- en leefkosten
Een extra moeilijkheid bij de realisatie van fase 2 is rekening houden met de woon- en leefkosten. In fase 1 werkten we een bouwconcept uit voor minderjarigen die volgens het VIPA onder een heel andere subsidietoelage vallen. 2 van de 3 woonbuurten die onder fase 2 vallen, bieden echter ondersteuning aan volwassenen. Dat maakt deze fase meteen heel anders. Nu moeten we er samen met onze Gebruikersraad over nadenken wat zij erkennen als aanvaardbare dagprijs, wat hierbinnen valt en welke richting we op kunnen.
Ook de regelgeving is intussen veranderd, waardoor we maximaal willen inzetten op oppervlakte voor onze bewoners. Enkel die kost wordt gesubsidieerd. Voor personeelsgebonden oppervlakte (bv. administratieve ruimtes) proberen we de bouwkost zo laag mogelijk te houden door bv. te werken met flexibele kantoren en 1 groter, centraal gebouw. Op dat vlak zijn er toch wel wat aanpassingen gebeurd ten opzichte van het eerste opzet van ons Masterplan, omdat we ons aan de nieuwe wetgeving moeten houden. Om hierrond extra kennis op te doen, hebben we bezoeken gebracht aan verschillende collega-organisaties die recent vergelijkbare bouwprojecten hebben gerealiseerd.
In fase 2 bouwen we bovendien niet op 1, maar gelijktijdig op 2 verschillende sites: Zonhoven (Berk en Eik) en Genk (Heuvel). Hoe dit praktisch in zijn werk zal gaan, is een volgende stap om uit te werken.

Dankbaar
Er komt héél wat kijken bij een bouwproject in een zorgorganisatie. Maar als je na afloop ziet dat de bewoners meer plaats hebben om door de leefgroep te rijden met hun rolstoel en je trots hun nieuwe kamer willen tonen, de leefgroepen gezellig zijn aangekleed door de leefgroepmedewerkers of je collega’s je onverwachts een bedankje geven voor al je werk … dan weet je waar je het allemaal voor doet.
Erwin Dilissen, coördinator projecten logistiek
Comments