Het leven zoals het is: De Heuvel
- Ter Heide

- 8 aug
- 11 minuten om te lezen

Als medewerker communicatie ontmoet je binnen Ter Heide regelmatig, gepland of eerder toevallig, een collega waarmee je niet samenwerkt. Telkens opnieuw een ervaring pure sang. Zo ook met Tjeerd, een jonge leefgroepmedewerker die met trots het verhaal van twee van zijn poulains deelt. Twee boeiende verhalen, waarmee hij misschien ongewild in zijn ziel laat kijken en vertelt waarom hij graag werkt bij Ter Heide en het spontaan zijn tweede thuis noemt.
Verder kijken dan het probleem
De jongens in onze leefgroep ziet men vaak als ‘probleemjongeren’. In wezen zit daar natuurlijk realiteit in. Je kunt ze niet zomaar in het maatschappijleven gooien. Ze hebben stuk voor stuk hun bagage die ze voortdurend meeslepen. Jammer genoeg kijkt men daardoor te vaak naar het ‘probleem’ op zich en niet naar wie daarachter schuilgaat. Ik toon hen graag als mens. Als we eerlijk naar onszelf kijken:
"Perfectie, dat bestaat niet. En normaal, wat is dat dan? Daar kan ik de vinger niet opleggen."
Samen groeien
Een leefgroepmedewerker is veel meer dan alleen een opvoeder; het is iemand die samenleeft met de jonge bewoners in de groep. Het werk draait om een wisselwerking: je begeleidt, ondersteunt en stuurt bij waar nodig, maar je leert zelf ook voortdurend van de mensen met wie je werkt.

Je bent enerzijds een opvoeder die structuur biedt, grenzen stelt en een veilige omgeving creëert. Anderzijds ben je ook een kameraad, iemand die écht aanwezig is, luistert en meeleeft. Omdat je samenleeft in de groep, bouw je een vertrouwensband op.
Het maakt dat de begeleiding veel natuurlijker aanvoelt dan in een puur professionele rol. De keerzijde daarvan is dat het veel van je vergt. Een sterk team, actieve en positieve samenwerking zijn essentieel.
Om het groeiproces van de jongens alle kansen te geven moet je soms out of the box durven denken. Dat vertel ik graag aan de hand van een voorbeeld.
Gelegenheidsboer Melvern straalt en voelt voor een dagje een echte boer

Regelmatig trek ik erop uit met de tandem, samen met Melvern. We hebben dan zo een beetje een vaste route die we nemen. Dat geeft hem rust, zekerheid en houvast. Ik hoef de route niet letterlijk uit te stippelen van puntje tot puntje, maar hij wil vooraf wel weten: “Waar gaan we naartoe? Welke kant fiets ik op? Wat is onze bestemming?”
Om hem toch eens een keertje extra uit te dagen, besliste ik om het wat anders aan te pakken en zei ik: “Weet je wat, we gaan de buurt eens verkennen. We vertrekken gewoon en zien wel waar we uitkomen.” Toegegeven, het was ook voor mij een uitdaging want ik kon niet inschatten hoe Melvern daarmee om zou gaan.
Hij keek me even aan met een blik van: is Tjeerd wel goed bij zijn hoofd? Het was belangrijk dat ik hem liet voelen dat ik alle verantwoordelijkheid droeg moest het fout aflopen. Natuurlijk koos ik wel een route waarvan ik wist dat we onderweg dingen tegenkwamen die hem interesseren, waardoor het stresslevel snel mindert.
Opkijken naar grote broer
Melvern houdt van alles wat met het boerderijleven te maken heeft. Zo kijkt hij erg op naar zijn grote broer, die bij een boer werkte en waarvan hij de liefde een beetje meekreeg.
En ja, we fietsten langs een boerderij. Met een stralende blik durfde hij zelfs een mopje maken. “Zullen we vragen of we bij de koeien mogen kijken?” Melvern heeft autisme, dus nieuwe of onverwachte omstandigheden brengen hem wat uit evenwicht. Die spontane vraag deed me wat.
Ik kon het niet laten om van de gelegenheid gebruik te maken om een stapje verder te gaan. “Weet je wat, we gaan het gewoon vragen.” In zo’n onverwachte situatie zoekt Melvern steun. Ik ga hem dan niet betuttelen, maar toon mijn interesse zodat hij vertrouwen krijgt in het plan. Ik moest dat niet spelen, ik vind het boerderijleven ook boeiend en vond het zelf een leuke gedachte.

Bij onzekerheden zoekt Melvern houvast bij wat hem vertrouwd is. Om hem tegemoet te komen, vertelde ik hem dat ik het gesprek zou openen. “Ik praat wel met de boer, maar jij ook, Melvern. Ik ga hier niet de rol van leraar op mij nemen, als je iets wil weten dan kun je dat gerust vragen. Begrijp je iets niet, dan help ik je wel. Jij hebt trouwens meer ervaring dan ik, dus zal je mij af en toe ook op weg moeten helpen.”
Zo gezegd zo gedaan en we stapten de aansluitende slagerij binnen. De wat stijve houding van Melvern vertelde me dat hij een beetje stress had, maar de glinstering in zijn ogen stelde me gerust. De boer was aan het werk, maar zijn medewerker was bereid om hem te vragen of we bij de koeien mochten.
Hoe fijn was het om Melvern gaandeweg te zien ontspannen, alsof de boerderij zijn natuurlijke habitat was. De boer was ook heel toegankelijk waardoor er al snel heen en weer gepraat werd.
Een droom werd werkelijkheid
Bij de kalfjes voelde Melvern zich helemaal op zijn gemak. Het was een genot om hem zo bezig te zien en te ervaren dat hij de druk van de nieuwe omgeving helemaal vergeten was. De boer was duidelijk trots op zijn koeien en vertelde ons heel wat weetjes. Dat er in de hoorns van koeien bloedvaatjes zitten en ze daardoor warm aanvoelen, zullen we geen van beiden vergeten. Als kers op de taart mocht Melvern plaatsnemen in de grote tractor.

De bevestiging dat er merkbare veranderingen plaatsvinden wanneer je zo’n jongen aanspreekt via datgene dat hem boeit, dat heeft me bij Melvern geraakt en is iets dat ik in de begeleiding graag meeneem.
Toen we terug thuiskwamen van onze boerderijervaring kwamen we Frank (directeur zorg) tegen. Spontaan deed Melvern heel zijn verhaal en in de woonbuurt herhaalde hij zijn belevenissen aan iedereen die hij kent. Hij leerde dat een onverwachte situaties iets moois kan opleveren en dat hij daar energie uithaalt. Zo krijgt hij stilaan wat meer zelfvertrouwen en merkt dat hij ertoe doet. Dat is het mooiste dat je als begeleider kunt ervaren.
Succesverhalen
Natuurlijk ga ik de jongens niet dwingen om iets te doen waarvan ik vooraf al weet dat het helemaal buiten de comfortzone ligt. Behalve wanneer een situatie zich onverwacht aandient. Met een aantal van de jongens gaan we bijvoorbeeld regelmatig naar een festival zoals Extrema en Buitenbeenpop. Dat is niet iets waar Melvern zich op zijn gemak voelt. Te lawaaierig, te veel mensen samen, chaos.
Op een bepaald moment voelde hij zich een beetje buitengesloten, want de opwinding en het enthousiasme van de andere jongens hadden zijn nieuwsgierigheid geprikkeld. Hij gaf aan dat hij mee wilde. Op zo’n moment moet je een moeilijke keuze maken. Is het verstandig om hem als het ware in het hol van de leeuw te gooien? En hoe pakken we dat dan aan? Uiteindelijk besliste ik, met een bang hartje, om het een kans te geven.
“Ik legde de voorspelbaarheid bij mij.”
Hoe dichter het moment van de uitdaging naderde, hoe meer de onzekerheid bij Melvern groeide en hij vragen stelde waarop ik niet onmiddellijk een antwoord had. Daarom legde ik de voorspelbaarheid bij mij. “Je kunt op me rekenen. Ik vertel je gaandeweg wat er gaat gebeuren. Als het even moeilijk wordt, dan zoeken we een plekje waar je tot rust kunt komen.” Waar hij zich bijvoorbeeld zorgen over maakte, was wanneer we gingen eten. Ik zei dan eerlijk: “Dat kan ik nu nog niet vertellen, maar zodra ik het weet, dan weet jij het ook.”
En zo ging Merlvern uiteindelijk toch mee. Verrassend genoeg vond hij een manier om te genieten door alles vanop afstand mee te beleven. Regelmatig kwam hij vragen of hij naar de wc mocht, of hij een drankje mocht halen en of hij dat zelf mocht doen. Dat gaf hem zekerheid en het gevoel dat hij zelf kon beslissen: ik mag dat, dus ik kan dat. Ik moet spontaan denken aan de oneliner van Hillary Clinton.
“It takes a village to raise a child, maar het geeft zoveel voldoening.”
Interesse wekken
Ik probeer altijd een benadering te zoeken vanuit wat bewoners boeit, maar bij sommige jongens komt dat moeilijk aan de oppervlakte. Dan werk ik vanuit mijn eigen passie of interesse. De jongens zien dan hoe je ergens van kunt genieten.
"Tristan en de legend of Zelda"

Gamen is bijvoorbeeld een passie van mij. Je kunt er veel uit leren: probleemoplossend denken, puzzels oplossen, kennismaken met het Engels, winnen en verliezen, …
Hier is Tristan een mooi voorbeeld van. Het is voor hem moeilijk om een nieuwe uitdaging aan te gaan. Angst en onzekerheid zijn voortdurend struikelblokken die hem hinderen. Gamen zit hem in het bloed, maar hij houdt het graag bij spelletjes die hij kent, waardoor het een repeterende activiteit wordt die geen enkele uitdaging meer inhoudt.
Losmaken van het vertrouwde
Om hem van dat vertrouwde los te maken, probeerde ik hem uit te dagen door hem een nieuw spel aan te bieden. The legend of Zelda ken ik nog van toen ik zelf klein was. Ik speelde het graag en nu nog, moet ik stiekem toegeven. Maar hoe ik Tristan kon prikkelen om er zelf mee aan de slag te gaan, dat was ook voor mij eerder proberen en hopen. Ik besloot om het spel, in het bijzijn van Tristan, gewoon te spelen. Ik vond het belangrijk om hem te laten zien dat het een leuk spel is en dat ik genoot. Ik moest dat voor hem extra in de verf zetten, zonder hem het gevoel te geven dat ik expres overdreef.
Eerst bestudeerde hij mijn gedrag vanop een afstand. Misschien vond hij het vreemd dat ik zomaar in de leefgroep een spel speelde, zonder aandacht te tonen voor wat er rondom mij gebeurde. Stapsgewijs kwam hij wat dichter en durfde af en toe iets te vragen. Zijn nieuwsgierigheid was gewekt. Ik wist ook dat ik hem niet moest uitnodigen om het spel te spelen, dat zou voor Tristan een brug te ver zijn.
Een stiekeme list

Ik wachtte tot ik merkte dat hij er klaar voor was en de goesting om mee te spelen duidelijk naar voren kwam: “Hey Tristan, kun je even van me overnemen?” Omdat we altijd in de leefgroep meedraaien, wordt er van mij natuurlijk ook wel iets anders verwacht dan een spelletje. “Ik moet eventjes iemand helpen. Doe jij maar zoals ik daarnet deed”, stelde ik hem gerust. Zonder zijn antwoord af te wachten, duwde ik de controller in zijn handen. Tristan keek me verbaasd aan. Ik negeerde zijn lichte protest en zijn vraag of hij dat wel kon en liep zwijgend van hem weg.
Tristan had zorgvuldig al mijn handelingen gadegeslagen en ik rekende op zijn grote bereidheid om mij te helpen. Op die manier probeerde ik hem uit te dagen, zonder dat het voor hem als dwangmatig overkwam. Hij kreeg de kans om zijn angst stapsgewijs te overwinnen en zelf te beslissen om verder te spelen.
Obstakels overwinnen
Natuurlijk kwam hij in de loop van het spel weer obstakels tegen waardoor lichte paniek opborrelde. Ik stond hem bij, zonder hem te betuttelen en benaderde hem als kameraad. Ik leerde hem een nieuwe techniek die hem hielp om verder te gaan of bracht hem tot rust door te vragen wat hij zag en wat hij dacht dat er moest gebeuren om een stap verder te gaan. Zo leerde hij zich beheersen en goed te kijken zonder onmiddellijk te panikeren.
Soms vertaalde ik het Engels als hij niet onmiddellijk begreep wat het betekende. Verbazend hoe snel hij het oppikte. Intussen is al dat Engels geen issue meer.
“Ze dwingen mij om klein te kijken.”
Zijn lef groeide gaandeweg en toen hij zei “Tjeerd, je moet niet helpen, ik kan dat zelf”, wist ik dat hij een gevoel van trots had en een belangrijke stap zette naar meer zelfvertrouwen. Daar gaat het uiteindelijk om. Bovendien leer ik zelf veel van de bewoners. Ze dwingen mij om klein te kijken. Waar wij aan voorbijgaan, dat hebben zij als eerste gemerkt.
Een sterk en hecht team
Op Huis 8 ervaar ik een sterk en hecht team. Iedereen draagt bij aan het huiselijke gevoel. Ik heb het dan niet over de omkadering, want voor sommige jongens is een omgeving die eerder sec is, belangrijk. Ik heb het eerder over de houding van mijn collega’s. Iedereen blijft proberen, hoe moeilijk het soms is. Er is altijd iemand waarop je kunt terugvallen.
Als we samen activiteiten doen of spelletjes spelen, dan zijn we niet enkel de begeleider en bewoner, maar evengoed vrienden die van elkaar leren. Wat ik als positief ervaar: iedereen kent iedereen. Alle jongens kennen de begeleiders, de bewoners van de andere huizen en het multidisciplinair team. Het is een woonomgeving.
"Het voelt een beetje als mijn tweede thuis."
Zelf groeide ik op in een klein dorpje, een gemeenschap waar ook iedereen elkaar kent. Ik wist wie waar woonde en wie je waarvoor kon aanspreken. Dat gevoel komt hier terug en daar ben ik dankbaar om. Het voelt een beetje als mijn tweede thuis. In ons team is er ook veel gezelligheid en samenhorigheid; zoiets vertaalt zich naar de bewoners. Ze leren namelijk meer door wat ze zien, dan door wat je ze aanpraat.
Blijven proberen, hoe moeilijk het ook is
Natuurlijk moeten we de realiteit niet verbloemen. Het blijft een bijzondere groep. (GES+: aangepaste opvang voor jongeren met extreme gedrags- en emotionele problemen). De jongens hebben allemaal een zwaar rugzakje dat ze met zich meedragen. Dat maakt dat ze, wanneer een situatie hen niet duidelijk is of als ze zich niet begrepen voelen, met een vingerknip uit hun dak kunnen gaan.
In dat geval is een fysieke overname of een time-out echt nodig. Zo’n noodsituatie vraagt voor elke bewoner een unieke aanpak. Voor buitenstaanders ziet het veilig stellen van een bewoner er misschien wat agressief uit. Concreet is een fysieke overname nu eenmaal dat je de bewoner stevig vastpakt, soms zelfs neerlegt om ervoor te zorgen dat je zowel jezelf als de betrokkene op een veilige manier tot rust kunt brengen. Dat gaat ook vaak gepaard met fixatie. De jongens voelen dan dat ze geen kant meer op kunnen. Het dwingt hen tot rust waardoor ze stilaan kunnen loslaten wat er in hun hoofd spookt.
Dat gebeurt wanneer iemand zo agressief of oncontroleerbaar is dat de situatie zowel voor de betrokkene als voor de omgeving dreigend gevaar inhoudt. Direct en adequaat ingrijpen is dan noodzakelijk om gevaar op te heffen. Het doel hiervan is niet om te straffen, maar om de situatie te normaliseren. Dit gebeurt zo kort mogelijk en met zo min mogelijk dwang.
Nazorg en begeleiding
Het proces van de-escalatie en herstel na het agressief moment, is erg belangrijk en verloopt in verschillende fasen. Zodra iemand weer kalm wordt, wordt de fixatie afgebouwd en wordt er gekeken hoe de persoon kan herstellen en weer tot zichzelf kan komen. Dit gebeurt rustig en in overleg, waarbij medewerkers blijven observeren of er opnieuw agressie dreigt. We houden voortdurend contact met de persoon, bij voorkeur met een kalme stem en een neutrale houding.
Na de fixatie wordt de persoon vaak apart genomen naar een rustige ruimte (time-out) om tot zichzelf te komen. We blijven in de buurt en bieden geruststelling. Afhankelijk van de situatie kan een gesprek volgen over wat er is gebeurd, maar zonder druk.
Als de persoon weer aanspreekbaar en rustig is, helpen we hem bij het ordenen van zijn gedachten en gevoelens. We bekijken wat de aanleiding was en hoe we dergelijke situaties in de toekomst kunnen voorkomen. De samenwerking met het multidisciplinair team is hierin een belangrijke schakel.
Opbouw van vertrouwen
Het is belangrijk dat de jongere zich niet gestraft voelt, maar geholpen. Een goede benadering helpt hem om wantrouwen of schaamte te verminderen. Als het vaker voorkomt, kan een individueel zorgplan helpen om escalaties te verminderen. De manier waarop iemand tot zichzelf komt, verschilt per persoon en situatie. Sommige jongens hebben tijd alleen nodig, anderen juist steun.
“Leven is waar leven écht is.”
Na zo’n incident zijn ze de jongens meestal erg dankbaar. “Hey Tjeerd, ik ben moeilijk geweest hé.” Ze zeggen het niet altijd met woorden, maar tonen dat ze spijt hebben of het erg vinden dat zoiets gebeurde. Leven is waar leven echt is, zeggen we weleens. Het zijn nu eenmaal jongens met een gedragsproblematiek die ze zelf niet onder controle hebben. En ja, soms gaat het er hard aan toe. Ik heb nog altijd een litteken van een bijtincident.
We praten daarover, plagen elkaar ook of zeggen weleens: ”Vandaag gaan we het wat rustiger aan doen, hé.” Een vleugje humor helpt ook om ermee om te gaan. Ik herhaal ook dat ik, ondanks dat een situatie soms escaleert, hen graag blijf zien. Dat is belangrijk, want het zijn stuk voor stuk mooie en boeiende jongens die ook zelf de last hebben van het rugzakje dat ze voortdurend meedragen.
Blijven groeien
Bij het verschijnen van dit artikel is er alweer heel wat veranderd in de evolutie van de jongens. Zo verhuisde Tristan intussen naar huis 5 waar hij weer nieuwe uitdagingen aangaat. Dit mogen we een bijzondere stap vooruit noemen.









Opmerkingen